Afgelopen zaterdag voor de bomma haar 87ste verjaardag gaan eten bij onze pa (lees mise en bouteille in de Guldensporenlei). Een handvol senioren horen babbelen over de bakkerstiel van vroeger is voldoende om mij snel naar de keuken te doen rennen om deze anekdote neer te pennen.
Op 3 november is het de feestdag van Sint Hubertus, de patroonheilige van jagers en de beschermer tegen hondsdolheid en dan werd er Hubertusbrood verkocht. Dit was niet meer of minder dan een brood (dikwijls zelfs gewoon een pistolet) dat door een priester werd gewijd en vervolgens als Hubertusbrood, of in de volksmond beter bekend als gewijd brood, verkocht werd.
Grappig is dat de mensen dit gewijd brood niet opaten maar in hun voorraadkast bewaarden en wel voor volgende reden. Indien men door een hondsdolle hond gebeten werd repte men zich in zeven haasten huiswaarts en het eten van het gewijde brood zou je dan behoeden tegen kommer en kwel.
Als je de mensen dit al kunt wijsmaken dan is het inderdaad niet moeilijk dat ze ook voor een oranje kartel stemmen.
3 opmerkingen:
En verbaast het je dan dat er in 1950 in Dessel nog iemand beschuldigd werd van hekserij?
Ik dacht dat het St-Hubertusbrood ("Huibekes" in Antwerpen en Noorderkempen) eerder ronde sandwiches waren met rozijnen?
Mja, dat zou kunnen. Maar er kwamen toch priesters aan te pas en het hielp tegen hondsdolheid. Tenzij die oudjes mij voor het lapje gehouden hebben natuurlijk.
Een reactie posten